IJsselstein zomer 2002. Luke van den Kamp is een zestienjarige jongen met een fascinatie voor horrorfilms en obscure muziek. Hij brengt zijn zomervakantie door met bier drinken, hangen met zijn vriend Dejan, het bezoeken van de videotheek en het fysiek als online volgen van Ashley; een meisje dat een paar straten verderop woont. Zijn thuissituatie is roerig en zijn ouders; een neurotische moeder en een vader die opgezadeld zit met trauma’s uit de Vietnamoorlog, zijn alleen maar met zichzelf bezig en denken dat er van alles mis is met hun zoon. Zijn zomervakantie staat in het teken van het ontdekken van Unknown Enterprise (een mysterieus bedrijf dat recent handelt in poppen van bestaande seriemoordenaars) en krijgt hij daarnaast steeds meer last van nachtmerries en slaapverlammingen waarna zijn ouders hem opdringen om naar de huisarts te gaan. Deze huisarts verwijst hem echter door naar een slaapkliniek, wat een kettingreactie teweeg brengt met alle gevolgen van dien.