In 1994 schrijft een filmmaker aan Christine Kuehn dat hij in contact wil komen met haar vader. Over spionage, nazi’s en de Tweede Wereldoorlog. Die brief is het begin van een confronterend onderzoek naar het duistere verleden van de familie van haar vader Eberhard. Zijn ouders en broer waren in de jaren dertig vooraanstaande nazi’s. Zijn halfzus Ruth had in die tijd zelfs een affaire met Joseph Goebbels. Maar Ruth had een geheim: ze was half-joods, en Goebbels kwam daarachter. Hij liet haar niet uit de weg ruimen, maar stuurde het hele gezin Kuehn naar Hawaï. Daar speelden ze een cruciale rol bij de voorbereidingen voor de aanslag op Pearl Harbor. Op basis van talloze brieven en geheime stukken uit de FBI-archieven vertelt Christine Kuehn hoe haar familie spioneerde voor de nazi’s en hun bondgenoot Japan, en hoe een beslissing van haar vader de loop van de familiegeschiedenis voor altijd zou veranderen.