In deel één groeide Jonne als vondeling op in een klooster, waar hij zijn scholing kreeg. Als jongeling ontdekte hij daar allerlei geheimen over zijn afkomst, wat hem, samen met zijn vrienden, meesleepte in spannende avonturen. Op zijn zestiende verjaardag kreeg Jonne het mes dat Abt Guillaume in zijn wiegje had gevonden en bewaard. Daarop stond de opdracht: “Zorg voor de toekomst.” Ook een andere weeskind, Esther, kreeg een dergelijk mes. Wat is het geheim achter deze messen? In dit tweede deel gaat de zoektocht naar Jonne’s verleden verder. Het is inmiddels het jaar 1096: het jaar van de Eerste Kruistocht. Jonne begeleidt Esther naar de universiteit van Avallon waar haar oude vriend Avicenna haar mentor wordt, waarna hij naar het klooster van Echternach gaat. Daar krijgt hij via een leeg, opstandig boek de ‘opdracht’ om de geschiedenis van het Ierse elfenvolk, de Tuatha Dé Danann, op te schrijven. Daarvoor moeten hij en de Bard Taliesin naar Ierland. Maar hun reis brengt hen op het pad van de plunderende Roofridders en de Volkskruistocht terwijl de mysterieuze Svartalfar hen op de hielen zitten. Waarom?