Frits is adviseur en werkt internationaal voor stadsbesturen, waardoor hij Serena Mancini ontmoet in Turijn. Hij vindt daar werk en als ze afstudeert in Hamburg gaan ze daar samenwonen. Zes jaar later wordt Angela geboren en ze vestigen zich in Antwerpen. Serena werkt vanuit huis als binnenhuisarchitecte. Ze houdt van parachutespringen. Tijdens een sprong komt ze om het leven. Frits vereenzelvigt en stort zich op zijn werk. Zijn dochter wordt opgenomen in het gezin van Paola, zijn schoonzus in Ancona. Frits verliest drie jaar later zijn moeder. Hij gaat niet naar haar crematie omdat hij een hekel heeft aan zijn vader. Een brief van Veerle, een kennis die bij het afscheid aanwezig was, veroorzaakt dat hij zijn vader bezoekt. Hun relatie verbetert omdat hij een andere kijk op hem krijgt. Door Veerle ontmoet hij José ten Caten. Hij krijgt een relatie met haar door de bijzondere wijze waarop hij kennis met haar maakt. Frits leeft op, wordt haar steun en toeverlaat en trekt bij haar in. José neemt risico’s in haar werk, brengt misstanden en fraude aan het licht. De daders worden veroordeeld en moeten zitten. Als Frits in München aan het werk is krijgt hij een telefoontje van zijn vader.