‘Bloeien de rozen al zo vroeg?’ vertelt de ontroerende en aangrijpende ‘lovestory’ van twee jonge mensen: Luuk, de Bourgondiër en levensgenieter, en Elise, het vrome, puriteinse meisje. Zal hun relatie bezwijken onder de grote druk die door deze tegenstelling opgeroepen wordt? Na een moeizame start en een besmetting met corona gebeurt wat niemand verwacht: hun liefde bloeit op en wordt steeds inniger, totdat de dood hen op de dag af één jaar na hun kennismaking, op een wrede en genadeloze wijze uit elkaar rukt. Waarom slaat de dood zo genadeloos toe, als de timing vanaf het begin van hun kennismaking tot de seconde nauwkeurig is geweest en de relatie door diepe dalen heen stand heeft gehouden? Wie schept er genoegen in de zegetocht van de liefde zo meedogenloos af te straffen? Is het een kosmische sadist die zoiets laat gebeuren of hebben de geliefden simpelweg als mens gefaald, doordat zij de gegeven tekenen genegeerd en veronachtzaamd hebben? Of – en dat kan ook – is alles stom toeval en is geloven in God een dwaas anachronisme? In deze briefroman, waarin dromen, visioenen en werkelijkheid in elkaar overvloeien, gaan de auteurs al schrijvende op zoek naar antwoorden.